Meestal start je privésafari in de (safari)hoofdstad of in de plaats waar het vliegveld ligt. Steden in Oost-Afrika zijn druk. Meestal ga je niet voor een stedentrip naar bijvoorbeeld Kampala, Nairobi, Arusha of Dar es Salaam. We noemen dit een technische stop. Je komt aan en je vertrekt. De oude stad, Stone Town, op Zanzibar vormt wat ons betreft een uitzondering. Hier kun je je onderdompelen in de lokale cultuur waar Afrika en het Midden-Oosten samenkomt. Het is de moeite waard om met een lokale privégids door de smalle straten te dwalen, te horen over de geschiedenis en de bedrijvigheid te zien.
Een bezoek aan een stad kan bovendien heel praktisch zijn. Je kunt er boodschappen doen en geld wisselen. Mocht je een noodzakelijk bezoek willen brengen aan een apotheek, dokter of tandarts dan kan dat in de stad. In sommige Oost-Afrikaanse steden kun je interessante excursies ondernemen. Mocht je tijd moeten overbruggen, bijvoorbeeld om je vliegtuig te halen, overweeg dan een interessante activiteit. Dat is meer de moeite waard dan in je hotelkamer te wachten tot je vertrekt. Mgeni Safaris adviseert je hierbij graag. Rondom Nairobi kun je bijvoorbeeld naar het huis van Karen Blixen (film Out of Africa) of naar Daphne Sheldrich Orphanage waar weesolifantjes worden opgevangen.
Over het algemeen begint en eindigt je privésafari in de stad. Het krioelt er van de mensen, verkeer en activiteit. Je komt als het ware ogen tekort. Het is op een bepaalde manier overweldigend. Meestal ga je zo snel mogelijk deze drukke gebieden uit. Je komt immers voor de ruimte, natuur en dieren naar Kenia, Tanzania of Oeganda.
Toch is het heel interessant om onderweg goed om je heen te kijken. Je krijgt namelijk een indruk van het dagelijkse leven. En daar gebeurt veel, heel veel. Als je kiest voor een privésafari over de weg, dan zie je allerlei bedrijvigheid. De (hoofd)weg is een belangrijke levensader voor de plaatselijke economie en handel. Er wordt druk onderhandeld en gehandeld. Mocht jij iets willen kopen, dan verwacht men dat je onderhandelt over de prijs. Dat is een kunst op zich en neem je tijd. Over de weg reizen o.a. internationale toeristen, (internationale) vrachtwagenchauffeurs en natuurlijk de lokale bevolking. Je vindt er onder meer winkels, ambachten, barretjes, nijverheid, benzinestations, groente- en fruitstalletjes.
Ook op en rond het water is er van alles te beleven. Het water is net als de weg een levensader in de lokale economie. Stel je maakt de overtocht per ferry naar het eiland Zanzibar, dan zie je allerlei bedrijvigheid in de haven. Het zal je niets verbazen dat die in het teken staat van visvangst. De Indische Oceaan staat garant voor vele vissoorten die je misschien 's avonds tijdens het diner gaat nuttigen. Op de plekken waar toeristen komen, verschijnen uiteraard de handelaars in souvenirs of ze bieden je een excursie aan. Vrouwen die zeewier in de Indische Oceaan oogsten.
Er wordt natuurlijk ook gewerkt op het land. Landbouw en landbewerking is heel belangrijk. Het geeft bestaansrecht en voor jezelf en je gezin te kunnen zorgen. De meesten beschikken over een klein stukje land. Je kunt ook denken aan het hoeden van vee. De Samburu en de Maasai zijn traditioneel nomaden die zich met hun kuddes koeien en geiten verplaatsen op zoek naar vers gras en water. Je ziet vrouwen met grote jerrycans water halen. Vaak moeten ze hiervoor een grote afstand overbruggen. Vrouwen die het land bewerken en de dagelijkse oogst binnenhalen. In Oost-Afrika vind je op meerdere plaatsen koffiefarms. Een bezigheid is bijvoorbeeld het roosteren van koffie. En wat te denken van de rozenkwekerijen? 'Nederlandse' rozen worden dagelijks overgevlogen vanuit Kenia en Tanzania.
Mgeni heeft in het Swahili twee betekenissen: vreemdeling en gast. Je komt als vreemdeling naar Oost-Afrika. Heb oog voor het dagelijks leven en de mensen om je heen. Ga met hen oprecht in gesprek, stel je open voor hun bezigheden, gewoonten en gebruiken en je keert als gast terug naar huis. Een onvergetelijke ervaring.